Hoe past een stukje vlees in je menu?
| On aug28,2020
Wel of geen vlees eten? Meer of minder vlees op je bord? De meningen zijn misschien verdeeld, maar de trend is duidelijk: we eten alsmaar minder vlees, en heel wat mensen zijn inmiddels ‘flexitariër’ geworden. Is er dan geen plaats meer voor vlees in onze voeding? Toch wel: en zeker ook voor biologisch vlees!
Eten we echt te veel vlees?
In een gezonde voeding is er zeker plaats voor een stukje vlees. Vlees geeft je vooral waardevolle eiwitten: ongeveer 20 g eiwitten per 100 g vlees. Daarnaast is vlees een bijzonder goede bron van vitamine B12, B1, B3 en B6, en van ijzer, zink en selenium.
Maar hoeveel vlees per dag is goed voor je? Volgens de laatste voedselconsumptiepeiling van 2014 eet de doorsnee Belg gemiddeld 777 g vlees en vleesbereidingen (bv. hamburgers, worst, charcuterie) per week:
- 462 g bewerkt vlees (meer dan de helft!)
- 161 g niet-bewerkt rood vlees (rund, varken, geit, schaap of paard)
- 154 g gevogelte.
Vrouwen eten opvallend minder vlees dan mannen (616 g versus 924 g per week).
Vooral voor bewerkt vlees liggen de aanbevolen hoeveelheden beduidend lager. De Hoge Gezondheidsraad (HGR) raadt volwassenen aan om per week maximaal 30 g bewerkt vlees te eten, en maximaal 300 g rood vlees (of volwaardige plantaardige alternatieven hiervan). De HGR geeft geen concrete aanbeveling voor gevogelte.
Minder vlees is trendy
De trend naar minder vlees eten is sowieso al een tijdje zichtbaar. De gemiddelde Belgische vleesconsumptie nam in de periode 2005-2014 met 12% af. En in 2018 at bijna de helft van de Belgen (44%) minder vlees dan in 2017. De nieuwe term flexitariër past perfect bij deze trend: flexitariërs eten bewust regelmatig (1 à 3 keer per week) geen vlees of vis, het zijn ‘flexibele vegetariërs’.
Het moge duidelijk zijn: iedere dag vlees is niet meer van deze tijd. Hoe kun je het anders aanpakken? Hierbij een suggestie voor een weekmenu:
- 1 à 2 keer rood vlees
- 2 keer gevogelte
- 1 keer eieren
- 1 keer (vette) vis
- en 1 tot 2 keer peulvruchten of een ander volwaardig vervangproduct.
Waarom zou je minder vlees eten?
Je kunt minder vlees eten puur omdat het een trend is, maar matig zijn met vlees is beter voor je gezondheid, voor het milieu, voor de landbouw zelf, én voor het klimaat:
- Beter voor je gezondheid: Er zijn verschillende onderzoeken die bewijzen dat veel rood en bewerkt vlees eten het risico op hart- en vaatziekten, diabetes en darmkanker kan verhogen. Dat wil niet zeggen dat je het ineens moet schrappen uit je dieet. Vlees blijft een goede bron voor dierlijke eiwitten.
- Beter voor het milieu: Om de druk op het milieu minimaal te houden, stelt de biosector voorop dat het aantal dieren per hectare beperkt moet zijn. Dit is het principe van de grondgebondenheid. Het aantal toegelaten dieren per hectare hangt af van de hoeveelheid mest en dus stikstof die de dieren produceren. De biowetgeving laat maximaal 170 kg stikstof per hectare toe via de mest. Zo voorkomt de biosector overbegrazing en overbemesting. Want mest is rijk aan stikstof en te veel stikstof belast het milieu. De dierlijke mest wordt ook verplicht afgezet op biologische akkers en maakt de bodem vruchtbaar. Zo draagt de biologische veeteelt bij aan een duurzame landbouw zonder kunstmest.
- Beter voor de landbouw: Minder vlees eten leidt ertoe dat er minder dieren nodig zijn en dat er dus grond vrijkomt voor bijvoorbeeld plantaardige teelten met veel eiwit. Want veeteelt neemt best veel weides in beslag, waardoor er minder grond beschikbaar is voor landbouw. Een ander aspect van veeteelt is dat met name de teelt van het dierenvoeder (bv. maïs) veel akkerland in beslag neemt dat eigenlijk ook voor voedsel voor mensen gebruikt zou kunnen worden.
- Beter voor het klimaat: Runderen worden dikwijls met de vinger gewezen omdat ze via de slokdarm veel gassen zouden uitstoten tijdens de vertering van gras in hun magen. In Vlaanderen wordt ongeveer 5 % van de broeikasgasuitstoot veroorzaakt door methaan afkomstig uit de rundveehouderij. Een vermindering van het aantal runderen zou ook de methaanuitstoot van de dieren verminderen, waardoor de impact daarvan op de klimaatopwarming verlaagd wordt.
Wat zijn de kwaliteiten van biologisch vlees?
Als jij ook minder vlees wilt gaan eten, kun je misschien wat vaker kiezen voor biologisch vlees. Toegegeven, het is wat duurder, maar er staat ook veel tegenover. De biosector doet aan duurzame veeteelt met een kleinere aantallen dieren om de druk op het milieu te beperken. Een diervriendelijke aanpak staat voorop: de dieren krijgen meer ruimte binnen en buiten, ze hebben meer tijd om te groeien, en moeten verplicht naar buiten.
De bio(pluim)veeteelt houdt zich aan deze principes van de Europese biowetgeving:
- Biologische veetelers kiezen bij voorkeur robuuste rassen die zich goed aan de lokale omgeving kunnen aanpassen en die beter bestand zijn tegen ziektes.
- In de stal krijgen de dieren veel ruimte om zich te bewegen, te draaien of te gaan liggen, en dat verhoogt uiteraard hun welzijn
- Vrije uitloop en beweiding zijn verplicht in bio. Biodieren zijn dus veel buiten, waardoor ze hun natuurlijke gedrag kunnen uiten en hun weerstand verhogen.
- De dieren krijgen 100% biologisch voer dat geteeld is zonder kunstmest. De bioboer teelt dit bij voorkeur zelf of het komt van een biologisch bedrijf uit de regio. Voor runderen betekent het dat ze vooral buiten in de weide grazen.
- Bio gaat preventief te werk om de gezondheid van de dieren op peil te houden. Biodieren zullen dus nooit preventief antibiotica krijgen. Ook groei- of productiebevorderende middelen zoals hormonen zijn verboden. Als een biodier toch ziek wordt, krijgt het eerst een homeopathische of fytotherapeutische behandeling. Bij ernstige ziektes kan de dierenarts antibiotica of andere klassieke geneesmiddelen middel voorschrijven.
- Bij verwerkte biologische vleeswaren (bv. kip curry, worst, américain) zijn smaakversterkers, waterbindende stoffen en kunstmatige aroma’s verboden.
Voor meer info kun je onze bioches over vlees raadplegen: rund – varken – kip
Bron: allesoverbio.be